We kunnen een aantal afvoersystemen onderscheiden:
• Afvoersystemen voor de traditionele gashaarden
• Afvoersystemen voor de gesloten gashaarden
• Afvoersystemen voor de gasgestookte openhaarden
• Renovatie van bestaande afvoerkanalen door middel van flexibele of starre buis.
Afvoersystemen voor de traditionele gashaarden
De traditionele gashaar den betrekken de verbrandingslucht uit de woonruimte.
De rookgasafvoer vindt via natuurlijke trek plaats.
Er zijn een aantal specifieke aspecten:
• Kanaaldiameter is gelijk aan aansluitmaat op het toestel, veelal diameter rond 100 mm.
• Kanaaluitmonding bovendaks: om de goede werking van natuurlijke trek te garanderen, dient het juiste kanaaltraject van te voren bepaald te worden.
De uitmonding bij puntdaken dient in de nabijheid van de nok te zijn, en ook belendende bebouwing (bijv. een uitbouw) kan nadelig werken op de natuurlijke trek van een afvoersysteem. In bepaalde gevallen kan men een speciale afvoerkap toepassen (zgn. Giveg kap). Deze kap beschermt de afvoer tegen windinvallen en rookterugslag. Ook dient het kanaaltraject een zo verticaal mogelijk verloop te hebben. Toepassen van haakse bochten en horizontale kanaaltrajecten dienen beperkt te blijven.
Materiaalsoorten: dikwandig aluminium (dikte >1,5mm) indien kanaal is weggewerkt, dunwandig enkelwandig aluminium in inspecteerbare situaties. Roestvrijstaal is ook mogelijk. De kanaalsystemen zijn veelal dubbelwandig uitgevoerd, met luchtspouw tussen binnen- en buitenbuis. De optredende rookgastemperaturen zijn ca 250°C. De diverse systemen zijn voorzien van een NEN -of CE keurmerk.
Installatie: zorg voor een brandveilige installatie. Alle systemen moeten voorzien zijn van een brandvrije omkokering of afwerking.
Afvoersystemen voor de gesloten gashaarden
De gesloten gashaarden zijn voorzien van een zogenaamd concentrisch kanaalsysteem. Dit kanaalsysteem is opgebouwd uit een binnenkanaal voor de rookgasafvoer, en daaromheen een buitenkanaal zodat tussen beide kanalen de verbrandingsluchttoevoer kan plaatsvinden. Het systeem werkt op natuurlijke trek.
Een aantal specifieke aspecten zijn:
• Gastoestel en concentrisch afvoersysteem vormen 1 installatie, d.w.z. de juiste werking van het gastoestel is onlosmakelijk verbonden met de juiste keuze van het kanaalsysteem en de aanleg/installatie hiervan. Iedere fabrikant schrijft het juiste type afvoerkanaal voor en levert veelal zelf goedgekeurd afvoermateriaal.
• Flexibele installatie mogelijk: er zijn toestellen die direct op de gevel kunnen uitmonden, en er kan meestal ook via het dak worden uitgemond. In tegenstelling tot de traditionele afvoersystemen is het niet noodzakelijk om in het hoogste punt van de woning uit te monden.
• Materiaal en diameter: dikwandig aluminium, gegalvaniseerd staal of roestvrijstaal in diverse diameters. Het materiaal moet CE gekeurd zijn. Sluit nooit aan met afwijkende maten of verloopstukken. Optredende rookgastemperaturen rond de 400°C.
• Installatie: zorg voor een brandveilige installatie. Alle systemen moeten voorzien zijn van een brandvrije omkokering of afwerking, opdat de omliggende constructie tegen brand beschermd is.
Afvoersystemen voor gasgestookte openhaarden
Bij gasgestookte openhaarden is de kanaaldiameter gemiddeld groter dan bij andere gastoestellen. De netto vuurmondopening in combinatie met de toegepaste schoorsteenhoogte bepalen de uiteindelijke kanaaldiameter. Bestaande openhaarden waarin voorheen hout gestookt is, zijn over het algemeen geschikt voor het stoken van gas.
Aandachtspunten zijn:
• Rookgastemperatuur: is vrij laag zo rond de 150°C.
• Materiaalsoorten constructie: Zelfstandige systemen zijn dubbelwandig uitgevoerd, in roestvrijstaal met isolatie tussen binnen en buitenkanaal. Deze afvoersystemen zijn eveneens geschikt voor houtstook. Alternatief is een dubbelwandig roestvrijstalen kanaal met luchtspouw tussen binnen- en buitenkanaal.
• Kanaaluitmonding en traject: het betreft hier een afvoersysteem dat werkt op natuurlijke trek. Het uitmondingsgebied zal dus drukneutraal moeten zijn (zie ook Afvoersystemen voor de traditionele gashaarden). Kanaaltraject in de woning zal een zo verticaal mogelijk verloop moeten hebben, maximaal 2 bochten van 45 graden toepassen indien men verslepen moet.
• Installatie: zorg voor een brandveilige installatie. Alle systemen moeten voorzien zijn van een brandvrije omkokering of afwerking. Bij gasgestookte openhaarden dient men rekening te houden met diverse veiligheidsmaatregelen, zie hiervoor ook brochure ‘Rookgasventilatoren’.
• Hinder naar omgeving: bij de uitmonding bovendaks dient men rekening te houden met de hinder van de rook naar de omgeving. In de norm NEN 2757 zijn eisen vastgelegd, en ook de installatie-instructie van de leverancier geeft hier aanwijzingen. Hinder naar omgeving is ook van toepassing op alle rookgasuitmondingen zowel voor gas- als houtgestookte toestellen.